Zo en dan ga ik ook nog eens een ‘boompje opzetten’ over de omgewaaide Anne Frank boom in de tuin van het Achterhuis aan de Prinsengracht. Niet uitprinten hoor, deze column, want dat kost papier en er zijn al genoeg bomen om… Hoe kom ik hierop. Ik was bij de tandarts en hoezeer ik het ook betreur om een kies te moeten missen, zei ik tegen haar: “hij moet er maar uit als de kies teveel is ‘aangevreten’”. Bij de boom was de vreetgraag de dik-randt-onder-zwam, bij mijn kies gewoon tandrot onder mijn kroon. Brutaal natuurlijk van beide ‘beesten’ om zo rottigheid aan het daglicht te brengen. Maar goed, de vraag is daarbij tot hoever ga je om een en ander “te stutten”: de Anne Frank boom, mijn kies, besmette dieren, een geleefd mensenleven… Zo was de boom van Anne Frank eerst gestut na veel protest in 2007 dat ie om moest. En blij dat men van de Anne Frank stichting was. Anne heeft namelijk 3 maal in 1944 in haar dagboek de befaamde kastanjeboom genoemd (zie citaten). Een zuchtje wind kon de boom in augustus 2010 kennelijk niet meer hebben en viel pardoes om. Gelukkig niemand gewond en het Achterhuis nog intact.
Overal worden tegenwoordig slaatjes uit geslagen en men probeerde stukjes boom te verkopen, zelfs op marktplaats. Getsie met zwam en al, dan weet je zeker dat je rottigheid in huis haalt. Men had ‘de boom overspeelt’ want niemand wilde zo’n stukje hebben.
In 2011 bericht het Parool dat “de Anne Frank boom weer bloeit”. Er zitten wel 30 loten aan de zwam-stam… Of je dat nou moet willen, dat herleven op deze manier. Maak een nieuw begin, laat bijvoorbeeld een kunstenaar een ‘kunst Anne Frank boom’ maken. Dat trekt vast ook weer andersoortige bezoekers. Als je eens gaat googelen wat voor moois er van hout gemaakt wordt, al dan niet in boomvorm, dan snap je wat ik bedoel. Echt prachtig hoor. Niet zwammen dus, maar aan de slag. Mijn tandarts-kunstenaar is ook aan de slag gegaan en met veel geluk is mijn kies weer gered voor zo’n 5 jaar of zo? Misschien is dit ook wel een beetje ‘stutten’ maar de rottigheid is er gelukkig wel helemaal uit. De ‘kunstkies’ is een waar kunstwerkje geworden en ik kan weer lekker happen in een patatje mayo…
Anne Frank zat met haar familie van 1942 tot 1944 ondergedoken in het achterhuis aan de Prinsengracht 263. Ze noemt de witte paardenkastanje in haar wereldberoemde dagboek drie keer.
De eerste keer is op 23 februari 1944: “Wij keken alle twee naar de blauwe hemel, de kale kastanjeboom aan wiens takken kleine druppeltjes schitterden, naar de meeuwen en de andere vogels die in hun scheervlucht wel van zilver leken. Dat alles ontroerde en pakte ons alle twee zo, dat we niet meer konden spreken.”
‘Kleine kaarsjes’
Daarna bespreekt zij de boom nog een keer op 18 april in datzelfde jaar. “April is inderdaad schitterend, niet te warm en niet te koud met zo nu en dan een regenbuitje. Onze kastanje is al tamelijk groen, hier en daar zie je zelfs al kleine kaarsjes”, aldus Anne Frank.
De laatste keer was op 13 mei 1944. “Onze kastanjeboom staat van onder tot boven in volle bloei, hij is vol met bladeren en veel mooier dan verleden jaar.”
Deze heerlijke woordspeling..vind ik “heerlijk“ om te lezen…verrassend en kunstig op zich RINY
Dank je Rita voor de mooie boom, die je hebt opgezet.
Ik houd van bomen ze zijn zó mooi en zó belangrijk.
Ze zuiveren de lucht van schadelijk kooldioxide,
ze geven schaduw, ze geven nestgelegenheid aan de vogels en ze sieren het landschap.