Het zijn de kleine dingen die het doen…

Grapjes maken, oftewel vrolijkheid inbrengen, kan juist net even verlichting geven aan een situatie. Het bestaan van de verpleeghuisbewoner (en z’n familie) is al zwaar genoeg, vind ik. De boodschappen die ik mag brengen zijn ook echt niet leuk. Bijvoorbeeld: “uw geheugen laat u inderdaad in de steek, u blijkt toch Alzheimer te hebben”. Ga er maar aanstaan. Helemaal als iemand het besef nog donders goed heeft wat er aan de hand oftewel het hoofd is. Of ik vertel dat iemand niet meer beter gaat worden. Dat ‘weet’ iemand al wel, alleen dan wordt het voelbaar, bijna tastbaar in het lijf. Pas liet de situatie het toe dat er toch een kwinkslag bij kon vallen. De vrouw van de ‘opgegeven’ man zegt: “en zijn gebit is ook al kwijt…” Ik kon het niet laten. Je begrijpt dat het passende signalement van iedere bewoner is: het is grijs, loopt moeizaam, draagt een bril en een kunstgebit. Dus ik zeg: “heeft u al in de andere monden hier gekeken?” De man begint te schateren: “ja en ook in die van de geitjes en bokjes buiten.” Hij kwam niet meer bij. Geluk zit zo in een heel verborgen hoekje, zo klein en op zo’n moment ook zo nodig. Al is hij nu overleden, hij leeft ook een beetje door in mij door dit verhaal.

Of dat ik een zoon zeg dat zijn moeder toch echt naar huis moet. “Maar vorig jaar, dat is een maand geleden hè, kwam zij nog in aanmerking voor een verzorgingshuis…” “Ja, u heeft helemaal gelijk, dit jaar zijn de regels veranderd en krijgt mevrouw die indicatie niet meer. Daar is zij te goed voor.” Echt, ik moet dit verkopen, al breekt mijn hart. De regels zijn glashard, gewoon wachten tot het mis gaat en zijn moeder weer terug is bij ons. Gelukkig is het zo dat wij het hart op de juiste plek hebben en absoluut ons best doen om dat wat krom is recht te buigen. Dat lukt niet altijd. Toch willen we dat de oudere mens daar gaat wonen waar diegene ’thuishoort’. Stiekempjes gaan we, net als in ‘sommige’ proefschriften, naar de vraagstelling toe redeneren in de uitkomst van het onderzoek. Dan komt iemand toch nog goed terecht.
Soms maken de bewoners ook leuke opmerkingen. Een dame van 80 vraag ik hoe ze behandeld wil worden. Ik mag in principe niets doen zonder toestemming van de patiënt uiteraard. En doel op wel/niet reanimeren. Ze zegt met een grijns: “als een prinses en ik wil ook geen erwten in mijn bed…” Nou vraag ik je, adrem of niet? Net in de periode dat onze koningin ook gewoon prinses is geworden. Als Beatrix niet uitkijkt is ze met al onze fijne bezuinigingen op de ouderenzorg ook aangewezen op “mantelzorg”. Ik zie onze koning Willem haar al verschonen. Of zou dat toch anders gaan daar?

Geluk
zo klein,
zo eenvoudig,
zo nodig,
zo’n kleinnood,
te vinden
zomaar
als mijn hand in de jouwe,
een kus op mijn mond,
eindeloos vertrouwen,
zo blij
dat ik je vond!

Rita de Ruijter

Tot slot “een echt afscheidsconcert”. Een mevrouw van 78 wil met me praten over het naar huis gaan. We zitten wat te soebatten waar we het gesprek zullen houden. Haar buurvrouw op de 2-persoonskamer is ernstig ziek, de zusterspost zit vol en waar gaan we dan heen…? Zegt ze: “wat vind je van de recreatieruimte, dan ga ik piano voor je spelen.” Ik kom daar nooit en vraag een van de verzorgenden waar het is. “Nou echt, gaat ze voor jou spelen?” “Dan ga je toch mee?” Mevrouw speelt een aantal oude Engelse “songs”, die prachtig klinken. Samen hebben we even ademloos een prachtig intermezzo op ons werk mogen beleven. Zomaar een klein groots geluksmomentje tussendoor.

5 gedachten over “Het zijn de kleine dingen die het doen…”

  1. Humor zit diep in ons geworteld en komt op de meest onverwachte momenten bovendrijven, maar vooral de tegenspeler zorgt voor het juiste klimaat… en dat ben en kan jij!! Klasse.
    Het is mooi, beeldend en uit het leven gegrepen. Riny

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Je kunt een afbeelding invoegen