Liever eigen-wijs…

Stap ik ’s morgens mijn auto uit bij het verpleeghuis zie ik een man in ‘zijn auto’, rolstoel dus, half uit de bosjes steken. Hij riep niet, van help ofzo, nee hij bleef proberen zichzelf uit de takken te bevrijden. Kan ook natuurlijk, maar dat kán de hele dag duren. “Lukt het wel een beetje”, vraag ik bescheiden. Als hulpverlener ben ik meestal voorzichtig en handel niet (altijd) direct. Dit om de autonomie van ieder mens te respecteren. “Nee, zegt de man, ik zit vast.” “Zal ik u een stukje op weg helpen?” “Ja, goed hoor,” zegt hij. Fluitje voor mij en de man was uit zijn benarde positie. Een half uur later zag ik hem heel eigen-wijs nog worstelen om terug te ‘rijden’ door het oplopende straatje van het park rondom het verpleeghuis. Hij deed het toch maar mooi…

Later die dag tijdens de visite ging ik me voorstellen aan mevrouw de Boer. Geloof het of niet mevrouw is dement en toch nog ‘erg bijdehand’. Ze heeft een wondje op haar been. Dus ik vertel dat ik de dokter ben en naar haar been kom kijken. Zij kijkt mij aan en zegt “dan moet u wel kijkgeld betalen hoor… En ik heb hele dikke benen dus dat kost veel geld.” Ik schiet in de lach, zo’n antwoord verwacht ik niet. “Prima hoor, zeg ik, dan zal ik heel diep in de buidel tasten”. Met deze woorden wil ze wel mee naar haar kamer om haar been te laten zien. Ondertussen vraag ik haar of ze vroeger ook een beroep gehad heeft. “Nee, ik stond in een bakkerszaak,” zegt ze. “Dat is toch een beroep, winkelbediende heette dat toch?” “Jawel, maar…” “Waar was dat dan?” “Nou in Amsterdam.” Ze begint spontaan een verhaal te vertellen. “Weet u ik woonde op de Ruysdaelkade en de mannen in de bakkerszaak gaven me vaak gebakjes.” “Wat dan, vonden ze u leuk?” “Ja, dat denk ik wel en als ik ziek was kwamen ze bij me op bezoek. Ik dacht wat een aardige mannen. Ze komen gewoon bij mij om hun collega te bezoeken. Dat kunnen ze makkelijk zeggen dan.” “Ja, zeg ik, dat kan.” “Ik woonde vlak bij de de rose buurt en daar ‘een kijkje nemen’ kon vroeger eigenlijk niet zo gemakkelijk. Dan hadden ze een smoesje, begrijpt u…” “Oh”, zeg ik geveinsd verbaasd. Ondertussen bekijk ik haar been, het valt reuze mee. “Mevrouw de Boer, u moet wel uw steunkousen aan laten doen hoor,” zeg ik voorzichtig. Mevrouw heeft een hekel aan haar steunkousen en trekt ze steevast weer uit. “Zit veel te strak, dat doe ik niet hoor…” Een discussie ga ik verder uit de weg anders wordt mevrouw de Boer boos. Ik spreek af dat we haar benen gaan zwachtelen en nieuwe kousen aanvragen. Het kijkgeld hoef ik niet te betalen, dat was mevrouw de Boer alweer vergeten. Gratis en voor niks kreeg ik van haar een heel ‘eigenwijs’ verhaal.

Heppie
Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag,
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?

Joke van Leeuwen

2 gedachten over “Liever eigen-wijs…”

  1. Mooi verhaal, Rita, het had mijn eigen moeder kunnen zijn. Ze is inmiddels al lang overleden, ze was ook niet dement, maar ze reageerde wel op de door jou beschreven manier. Leuk dat ik weer even aan haar word herinnerd.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Je kunt een afbeelding invoegen