Het boek bestaat uit brieven die Oscar schrijft aan God. In niet al te malse bewoordingen begint het verhaal. Oscar zegt dat hij 10 jaar is, in het ziekenhuis ligt omdat hij kanker heeft, ze hem “eihoofd” noemen vanwege zijn kale hoofd en nog nooit aan God geschreven heeft omdat hij nieteens denkt dat hij bestaat… Zo dat is eruit. Volgens Oma Rozerood moet je ook geen moordkuil maken van je hart, want dan wordt je een stinkende vuilnisbak. Oma Rozerood is de ‘oudste vrijwilligster’ van het ziekenhuis, ze is er stiekum, want ze is allang over de datum van rozerode mevrouwen, ze gelooft niet in de kerstman wel in God, daarmee basta. Als oudworstelaarster gebruikt ze wel wat barse taal. Ze heeft evenzogoed een zwak voor Oscar en hij voor haar met haar worstelaar verhalen, over bijvoorbeeld Pumpudding, Sara Hatsiekiedee en Janneke Pis. Oscar wil dat God nu even aandacht heeft voor hem want dat heeft hij nodig. Het ziekenhuis is supergaaf, met zijn vriendjes Bacon, zo heet hij vanwege zijn brandwonden en Einstein die wel heel slim moet zijn met een zo groot hoofd. Alleen is het pech dat er water in zit. En dan Popcorn, hij troggelt iedereen snoep af, met zijn een meter tien lang en breed met 110 kilo. Hij moet afvallen maar is vaak zo hongerig dat hij zelfs zijn zetpillen opeet. In het ziekenhuis zijn ‘ze’ niet meer blij met Oscar na zijn beenmergtransplantatie. Kennelijk is deze mislukt. Alsof hij er wat aan kan doen. Hij heeft toch braaf zijn medicijnen geslikt en geeneens gegild toen het heus wel pijn deed. Zijn ouders komen op een voor hen ongewone dag op bezoek. Perongeluk hoort Oscar dat hij ‘opgegeven’ is en dood gaat. Zijn ouders durven het niet te zeggen en hij vindt hun sukkels, lafaards alsof hij laf zou zijn. Hij praat niet meer met ze en wil alleen oma Rozerood nog zien. Dokter Dusseldorf vraagt of zij hem de komende 12 dagen wil bezoeken. Dat is goed. Oscar schrikt van deze korte duur; “dan gaat het zeker erg slecht met mij?” Hierop verzint Oma Rozerood dat iedere dag voor Oscar tien jaar duurt…
Op de tweede dag, hij is dan twintig, wordt hij verliefd op Peggy Blue, door haar ziekte komt het bloed niet in haar longen en ziet ze blauw. Zij is ook op hem en de hele afdeling is in rep en roer als zij samen in één bed worden ‘gevonden’. Tongzoenen hebben ze echt niet gedaan want dan is Peggy toch wat bang om zwanger te worden. Op zijn vijftigste krijgt hij problemen in de liefde. Dat is normaal volgens oma Rozerood. Hij had zich laten kussen door Brigitte een mongooltje, die met iedereen wil knuffelen volgens Oscar. Gelukkig kan ‘het stel’ zich weer verzoenen. Helaas volgt op zijn 80tigste toch nog de scheiding met Peggy. Zij is na de operatie genezen en gaat met haar ouders mee naar huis. “Nu hou ik even niet meer van je God, ik lig weer alleen, kaal, moe en slapjes te bed.” Als Oscar hondertdtien is schrijft hij: “Beste God, hondertien jaar, da’s veel, ik geloof dat ik doodga. De volgende dag overlijdt hij. Oma Rozerood is diep bedroefd en schrijft God dankbaar te zijn dat ze Oscar gekend heeft en zodoende voor de rest van haar leven vol van liefde is.
Zo maken we allemaal mee dat geliefden om ons heen sterven. Of dat we zelf met pijn of ziekte geconfronteerd worden en langzaam tot de nerven van een blad verworden zoals Vasalis dit zo mooi beschrijft. Oscar en Mevrouw Rozerood is een stuk vol tegenpolen: hoe een intriest verhaal op een zeer grappige manier wordt verteld, hoe een ‘oude’ bitse vrouw ontdooit en Oscar met rake bewoordingen kan opbeuren, hoe de dood een happy end kan zijn. In de prachtige verfilming zijn er ook nog veel bijkomende verhaallijnen, bijvoorbeeld over het leven van la Dame Rose zelf.
“Oscar en oma Rozerood”, van Eric-Emmanuel schmitt gaat over het Christendom en is het 3e boek uit de drieluik ‘Trilogie van het onzichtbare’. Het eerste deel, Milarepa, is gewijd aan het Boeddhisme, het tweede deel Meneer Ibrahim en de bloemen van de Koran, gaat over het soefisme. Heerlijke boekjes om te lezen. Heb ik toch weer een paar feelgoodboekjes gevonden. Ook die van Jostein Gaarder, van de wereld van Sofie. Dat boek is me te dik en langdradig, daar kom ik niet doorheen. Het boekje “Door een spiegel in raadselen” is wel fijn om te lezen. Hier gaat het over een ongeneeslijk ziek meisje Cecile. Zij krijgt bezoek van de engel Ariël. Ze hebben lange gesprekken en droomreisjes. Cecile wil weten hoe het is om een engel te zijn en Ariël vraagt zich af hoe het is als een mens van vlees en bloed. Dat levert filosofisch (lees)voer op. En op slot brengt Ariël Cecile over de drempel van de eeuwigheid, naar de andere kant van de spiegel. Door de boekjes wordt de dood wat draaglijker, al blijft het voor ons stervelijke wezens ongrijpbaar en moeilijk in te leven… Dat klopt want je lijf gaat dood en daar zijn we maar wat aan gehecht.
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgesneden zijn.
Nog is het mooi, ’t geraamte van een blad,
vlinderlicht rustend op de aarde,
alleen nog maar zijn wezen waard.
Maar tussen de aderen van het lijden
niets meer om u mee te verblijden:
mazen van uw afwezigheid,
bijeengehouden door wat pijn
en groter wordend met de tijd.
Arm en beschaamd zo arm te zijn.
Rita wat leuk jou weer te ontmoeten. Heb thuis direct je site bekeken. Veel moois gelezen… En ja, inderdaad: niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn…
Uit alles lees ik je oprechte betrokkenheid bij de mens (en zijn leed) en je bevlogen inzet om vanuit een holistische wijze naar die mens om te zien en daardoor een grote diversiteit aan behandeling kan toepassen. Mooi als je al je tijd die je aan je studies hebt besteed en kennis die je hebt opgedaan, op deze manier kunt delen en mensen van dienst kan zijn.
Wauw… (dat was bij mij ook het eerste wat opkwam Maddy)
Kippevel…
Ik voel me ontroerd, zo’n diepe verbinding tussen Oscar en Oma Rozerood, zo verschillend en elkaar toch zo verstaan. Ik houd van de creativiteit om één dag te beleven als tien jaar. Die intensiteit van leven, dat bewustzijn, om het leven te leven zoals het zich aandient. Dat wil ik ook. En dat doe ik nu, gelukkig in dit moment.
Dank voor deze column Rita. Dood doet leven.
Wat is dit mooi en ontroerend!
Dank je, Rita.
Toneelstuk gezien van Oscar. Indrukwekkend!
Vasalis wordt steeds vaker aangehaald. Ik heb de akelige eigenschap de laatste tijd om rouwadvertenties nogal eens na te kijken en daar zie ik dat teksten van Vasalis menig keer worden gebruikt vanwege hun eenvoudig en prachtig gebruikte woorden – een ontroerend verhaal.
Wauw, ontroerd geraakt door de diepgang, eerlijke en oprechte blik naar het leven in combinatie met de dood. Het blijft vaak toch een moeilijk onderwerp om over te praten. Dit soort columns doet een gesprek starten tot verbinding over verlies en pijn. Het mag er zijn. Column die een onderwerp weer in gesprek zet en mensen verbind. Dank daarvoor xxx