De zoete inval…

Bij ‘een zoete inval’ denk ik aan, kom binnen, je bent welkom… Wie of wat je ook bent. Je kan iets verwachten als een opvang voor kinderen, een restaurant of zo’n heerlijk ouderwets winkeltje ‘van toen’ met vergeten snoepjes, zuurstokken enzo. Van dit soort winkeltjes vind je er een paar op Texel. Absoluut daar niet naar binnen gaan want je glazuur springt spontaan van je kiezen van al die zoetigheid. Ik kwam “de Zoete Inval” in Putten tegen. Het was tijdens een van mijn wandelingen. Dit was het beginpunt van “het Oldenallerpad” en er stond als entree “leuk da’j d’r bin”. Het heeft een schattig zelfbedienings-terras, met koffie, thee, koeken en zelfgemaakt boerenijs. Ze hebben ook een soortement museum-pje ingericht met allerlei oude spulletjes, van ouderwetse kinderwagen tot lampetkan. En een 2e hands winkeltje. Het geld doe je gewoon in een blikje. Ik vond er een zoet boekje voor maar 1 euro: “De muze en het meisje”, een bloemlezing van verzen door Ad den Besten en Bert Voeten. Het is een jeugduitgave van de vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels ter geleegenheid van de boekenweek in 1957. Dus allemaal gedichten van toen “jonge dichters die men een ruimere plaats toebedeelde”. De moderne jonge mens uit zich over het algemeen vrijer en gewoner, stond er in het voorwoord… Zo dacht men toen zo denkt men nu. Ik hoor inmiddels ook alweer tot de oudere jongeren, raar is dat. Grote namen als Vasalis, Van Ostaijen, Gorter, Lodeizen, Minne & Achterberg. Degene die me het meest verraste was het gedichtje van Van Gelder, kort, simpel, grappig en beeldend.
Wat een warm welkom daar, net als het weer op dit moment overigens. En wat een fantastisch vertrouwen in de mensheid is er altijd toch wel weer ergens te ontdekken. Dan uiteraard de wandeling doen. Die was verbazingwekkend afwisselend. Je loopt door een oude kasteeltuin van kasteel Oldenaller, langs een blauwe reiger kolonie, over landerijen, dwars door opschietend mais, laverend over kleine bospaadjes en een waar smal varenbos trotserend. Tot slot de hei met een behoorlijke klimpartij. Ik was jaloers op de prachtig onderhouden boerderijtjes, de werkende boeren op ’t land. Dat zou toch lekker je leven zijn met dit zomerse weer… Zo dacht ik al eens eerder, maar volgens mij wordt het dan ook gewoon ‘werk’. Om mij heen werd veel gras gemaaid en men groette mij steeds vriendelijk. Gelukkig heb ik geen last van hooikoorts, anders werd het een snotterig geheel. De zoete inval van de 4-daagse van Nijmegen is alweer voorbij. Die drommen mensen kom je niet tegen in deze afwisselende natuurlijke schoonheid. Denk ook niet dat aan het eind van de route staat: “je bin d’r z’wat”… Ik vond het heerlijk weer te eindigen bij de zoete inval, met een boerenijsje op het terras.

Thé Dansant

Moet je maar ’s avonds wandelen gaan,
met enkel van het bos de bloemengeur aan,
dan leer je minstens een vogel verstaan.

Moet je maar ’s avonds baden gaan,
met enkel de schelp van je oren aan,
dan kan je minstens de zee niet weerstaan.

Moet je maar ’s avonds slapen gaan,
met enkel een hemdje van maanlicht aan,
dan kust je minstens de man van de maan…

G. van Gelder, uit “Werk” 1939

2 gedachten over “De zoete inval…”

  1. Ik denk dat ik wat verliest in de vertalen. Als je op Google translate zoekt De zoete inval krijg je the sweet attack. Viel je de boeren of de ijs aan? De rest was duidelijk, Mooie expressieve worden Rita. Ik hoofd niet naar “het oldenallerpad” ik heb het al beleefd
    Terrie

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Je kunt een afbeelding invoegen